20ste zondag door het jaar:
Spreuken 9: 1-6; Johannes 6: 51-58
Jezus heeft een groot wonder verricht: Hij voedde vijfduizend mensen door vijf broden en twee vissen te vermenigvuldigen. Johannes legt sterk de nadruk op dit wonder, hij ziet daarin een "teken" van hoe God zijn goedheid jegens ons groter maakt. Het overvloedige voedsel dat Jezus toen aan de menigte gaf biedt ons mogelijkheden om te kijken naar de overvloed van de genade die Jezus ons aanbiedt. We lijken niet genoeg gebruik te maken van het woord "overvloedig" als het gaat om wat God ons biedt! Jezus nodigt ons uit om te komen en te eten. We willen het leven dat God ons biedt, een leven dat zelfs sterker is dan de dood en we worden aangespoord om naar Jezus te gaan als het brood die uit de hemel kwam.
De eerste lezing van vandaag uit Spreuken geeft ons extra inzicht in wat we hoorden in het evangelie. In Spreuken staat dat Wijsheid haar huis gebouwd heeft, haar tafel gespreid heeft en eten en drinken aanbiedt aan gewone mensen. Door de beelden van eten en drinken, biedt Wijsheid leven aan. Wij worden uitgenodigd om Gods wijsheid te aanvaarden. In het evangelie volgens Johannes komt wijsheid neer uit de hemel belichaamd in Jezus. Johannes vertelt ons in zijn proloog dat God een woord heeft gesproken. Hetzelfde woord dat God gebruikt voor het scheppen van de wereld, is nu mens geworden met het doel ons eeuwig leven te brengen. Verder zegt Johannes dat als we Jezus leren kennen, we ook de wijsheid van God kennen. Deze wijsheid leert ons dat we verstandig zijn als we binnen gaan in het huis dat wijsheid heeft gebouwd om daar aan tafel te gaan en te eten.
In dit zesde hoofdstuk waaruit we vandaag lazen, herkennen we vele verwijzingen naar de verhalen van onze Hebreeuwse voorouders: er was eten bij Pascha; er was manna in de woestijn, waar God de Israëlieten te eten gaf met brood uit de hemel; Elisa voedde honderd profeten met 20 gerstebroodjes en datzelfde soort brood van de armen vermenigvuldigde Jezus. De dienaar van Elisa zei dat het brood onvoldoende was net zoals de leerlingen van Jezus. Jesaja vertelde dat God had beloofd een feest van rijk voedsel aan te bieden aan alle volkeren op de berg. Jezus zorgt er voor dat vijfduizend mensen genoeg konden eten. Hoewel er symbolische koppelingen zijn tussen het voeden van de menigte door Jezus en de ontmoetingen van de Israëlieten met God, door middel van voedsel, is dit iets volledig nieuw. Jezus verbindt ons met Hem en dat gaat steeds maar door.
Enkele weken geleden hoorden we dat God het betreurde dat de
benoemde herders de Israëlieten op een dwaalspoor hadden gebracht
en dat God toen zei dat Hijzelf het volk zou leiden: "Ik zal de
herder van mijn volk zijn”. Dat horen we vandaag weer, en nu
ervaren we de vervulling van Gods belofte: door Jezus staan we
onder leiding van de herder, Die ons door de vallei van de dood
langs veilige paden zal leiden. De tafel is voor ons gedekt in
deze Eucharistie. De herder doet dat zodat iedereen het kan zien
en wij samen kunnen eten en drinken (vgl. Psalm 23).