3e zondag door het jaar:
1Samuel 3,1-10; Marcus 1,14-20
Wat hebt u zo juist gehoord? De eerste lezing over Samuel ging over roepen en horen, maar wat hoort hij precies? En wat horen wij? We mogen ons de vraag stellen, met welke oren luisteren wij?
Het verhaal van Samuel is schitterend, mooi opgebouwd, spannend. Samuel is in het heiligdom van de Heer. En dan staat er een zeer intrigerende opmerking: In die dagen was een woord van de Heer een zeldzaamheid, kwam een visioen niet dikwijls voor.
Wat zou hier mee bedoeld zijn?. In de hoofdstukken vooraf aan dit verhaal gaat het over de zonen van Eli die hun macht misbruiken en het heiligdom onteren. Met lede ogen heeft Eli moeten aanzien wat er in zijn familie gebeurt en de ogen zijn dof van verdriet. Eli kan het niet meer aanzien. Blindheid voor het woord van God. Blindheid door verdriet, door fanatisme, door woede. Nergens oog voor hebben. Wie verblind is ziet en hoort niet. Bij mij roept het beelden op van onze eigen tijd.
De afgelopen week kopte het dagblad Trouw met vette letters, Ongelovigen halen de Godsgelovigen in. Het was een groot artikel na aanleiding van een onderzoek over geloof in God. Geloven lijkt uit, voor sommigen is het iets achterlijks. Vaak wordt geloven in een kwaad daglicht gesteld, zeker als het verbonden wordt met geweld, machtspolitiek en misbruik binnen de religies. Er zijn genoeg redenen te vinden om de kerk de rug toe te keren.
Het zijn radicalen die zich gelovig noemen en moordend
rondtrekken. Het zijn religieuze leiders die machtspelletjes
spelen. De kerken verliezen aanzien en voor de katholieke kerk
wordt dit nog verstekt door het pijnlijke drama van seksueel
misbruik. God is uit. Zou dit de wereld zijn waar ons verhaal uit
Samuel mee begint? In die tijd was een woord van de Heer een
zeldzaamheid. Maar de lamp van God was nog niet gedoofd.
De jonge Samuel is in het huis van de Heer, Hij wordt geroepen en
niet een keer maar telkens weer. Het is zoals in een lied klinkt,
een specht die klopt aan mijn gehoorbeen. Soms duurt het jaren
voor dat we doorkrijgen waar het ten diepste om gaat. Als Samuel
voor de derde keer bij Eli komt gaat de oude priester een licht
op. Het getal 3 staat voor een bijzonder moment. Denken we maar
eens aan al die verhalen waar het gaat over drie dagen. Zo zat
Jona drie dagen in de Walvis. Klaagden de Emmaüsgangers dat er al
drie dagen voorbij waren. Eli herkent de hand van God en maakt de
jonge Samuel duidelijk dat hij zich op de Heer moet richten. Na de
vierde keer geroepen te zijn, geeft de jongen het antwoord: spreek
u dienaar luistert. Hier ben ik zeg mij wat ik moet doen.